In april werd het wetsvoorstel rond de digitale energiemeter unaniem goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Deze wet moet zorgen voor een begrenzing van de energiefactuur en tracht ook de rendabiliteit van zonnepanelen te verhogen. Momenteel gaan er echter stemmen op dat zo’n herziening het tegenovergestelde effect heeft. Zo zouden de nieuwe meters niet meer terugdraaien, wat een nefaste impact zou hebben op de energierekening.
Wat met je terugdraaiende teller?
Eigenaars van zonnepanelen beschikken vandaag over een terugdraaiende teller. Aan deze meter met horizontale draaischijf kan de netwerkbeheerder niet afleiden hoeveel elektriciteit u zelf opwekt en hoeveel u afneemt van het distributiecentrum. In dit systeem betaalt u als consument niets zolang de teller bij ontvangst van de jaarfactuur op nul staat. Tot voor kort werden die extra kosten unaniem verhaald op consumenten van het netwerk zonder zonnepanelen.
Maar in de loop van 2019 worden alle klassieke Ferrarismeters vervangen door nieuwe digitale meters. Hiermee kan de distributeur wel nagaan hoeveel stroom u van het net afneemt en hoeveel u zelf genereert. Door het verbruik beter in kaart te brengen, vrezen gebruikers voor een significante stijging van de energiefactuur.
Blijft investeren in zonnepanelen dan rendabel?
Investeren in zonnepanelen blijft echter uiterst voordelig. Wie zonnepanelen installeert voor 2020 kan nog 15 jaar gebruikmaken van de terugdraaiende teller. Bovendien komt er vanaf 2021 een compensatiesysteem dat als doel heeft om extra kosten in te dijken. Daarnaast berekende energieregulator VREG dat zeker 60 procent van de eigenaars minder betaalt met de digitale meter dan met het prosumententarief. Voor de restgroep zou de meerkost slechts enkele euro’s bedragen.
Kortom, de impact van de digitale meter op de energiefactuur is uiterst gering. Benieuwd hoeveel winst u kan maken met zonnepanelen? Doe dan de gratis simulatie van de Renovatie Gids.
