Vooraleer je jouw tegels legt, moet je natuurlijk eerst even een dekvloer of chappe leggen. De basis daarvoor is over het algemeen cement. Omdat de dekvloer al snel onzichtbaar wordt, neemt men al eens onterecht aan dat het leggen ervan niet zo bijster moeilijk is. Niks is minder waar. Het begint al bij de keuze van het type dekvloer. Je zal jezelf immers een aantal vragen moeten stellen. Geen kinderspel, zo blijkt.
Zijn er leidingen aanwezig?
Vooraleer je de keuze maakt, zal je de ondergrond aan een inspectie moeten onderwerpen. Een hechtende dekvloer kan immers enkel op een stabiele ondergrond worden aangebracht. Indien leidingen het leggen van zo’n dekvloer bemoeilijken, zal je eerst een uitvullingschape aan moeten brengen om pas nadien de hechtende dekvloer te leggen. Je legt dan met andere woorden twee dekvloeren: een onderdekvloer en de feitelijke hechtende dekvloer.
Wat is de vochtigheidsgraad?
Een anhydrietdekvloer wordt steeds vaker gebruikt bij renovaties. Het laat zich immers eenvoudig leggen en het nivelleert zichzelf. Echter is het niet geschikt voor gebruik in vochtige ruimtes. Indien er een risico voor opstijgend vocht bestaat, is een hechtende dekvloer overigens nooit een goed idee. In zo’n geval kies je beter voor een niet-hechtende dekvloer die op een speciale folie wordt aangebracht. In grote ruimtes zal je dan wel uitzettingsvoegen moeten gebruiken om het risico op barsten te voorkomen.
Wil je de ruimte ook isoleren?
Energiezuinig wonen komt steeds hoger op de politieke agenda te staan. De verplichte dakisolatie is daar slechts een enkel voorbeeld van. Daarom zorg je er maar beter voor dat jouw verbouwingen meteen aan dat ecologisch doel bijdragen. Zo kan je bijvoorbeeld kiezen voor een isolerende dekvloer waarbij je zowel de isolatie als dekvloer plaatst. Bij het plaatsen van een dekvloer op zachte isolatie zal je wel voor de nodige versteviging moeten zorgen. Hiervoor kan je wapeningsnetten of glasvezels gebruiken.
Moet de dekvloer snel drogen?
De reden dat men bij renovaties voor een anhydrietdekvloer kiest, heeft onder andere te maken met de droogtijd ervan. Zo’n dekvloer is immers al na één dag voldoende droog om beloopbaar te zijn, waarna er al snel verder kan worden gewerkt. Bij andere dekvloeren is dat niet automatisch het geval. Over het algemeen moet je bij een klassieke dekvloer rekenen op tien dagen droogtijd per diktecentimeter, maar je kan uiteraard ook kiezen voor een dekvloer met een beperktere droogtijd. Of je kiest gewoon voor droge dekvloeren op basis van legbare panelen. Dan is er van droogtijd geen sprake meer.
Moet de dekvloer geluidsdicht zijn?
Tot slot is er een laatste criterium waar je bij de selectie van de dekvloer rekening mee moet houden: de akoestische eigenschappen ervan. Vaak is dat niet zo relevant, maar soms kan het toch een bepalende factor zijn. Zo kan je de slaapkamer geluidsdicht ontwerpen of kan je ruimtes waar veel geluid wordt opgewekt, afschermen. In zo’n geval is een zwevende dekvloer een goed idee. Bij zo’n zwevende dekvloer wordt de chape op een onderlaag of een veer gelegd, waardoor het als het ware zweeft op de vloer of de welfsels eronder. De volledige scheiding zorgt ervoor dat geluidsgolven niet worden doorgegeven. De keuze voor een geschikt akoestisch membraan zal bepalend zijn voor de akoestische eigenschappen van de dekvloer.